Alles over buiten sensorlampen
Licht als dat nodig is. Een lamp die automatisch aangaat als u thuiskomt, als er visite voor de deur staat of als u even naar buiten loopt als het donker is. Sensorlampen worden heel vaak geïnstalleerd als een vorm van beveiliging in combinatie met gebruiksgemak. Niets zo prettig als een lamp die vanzelf aangaat als u in het donker thuiskomt of als er (ongewenst) bezoek voor de deur staat. Maar wat moet u nog meer weten over sensorlampen?
Waar kunt u sensorlampen plaatsen? | Welke mogelijkheden heeft u met sensorlampen? | Verschillende termen uitgelegd | Hoe installeert u sensorlampen?
Sensorlampen zijn in het bijzonder geschikt om uw erf, entree of tuin te verlichten. Dit zijn namelijk plekken waar licht niet constant aan hoeft te staan. Zodra de sensor in de lamp beweging waarneemt, gaat de lamp aan. Wordt er geen beweging meer gedetecteerd, dan zal de lamp na een ingestelde tijd vanzelf weer uitgaan. Zo heeft u daar alleen verlichting wanneer dat nodig is.
Insteltijd
De tijd dat de lamp blijft branden kunt u zelf instellen en varieert per model lamp. Voor een lamp bij de entree van uw woning is een maximum van 35 seconden meestal voldoende. Is de sensorlamp echter bedoeld om een lange gang in een appartementencomplex te verlichten, dan is 15 minuten wellicht een beter idee.
Andere plaatsen
De gebruiksmogelijkheden van sensorlampen beperken zich echter niet tot de entree van uw woning, de tuin of de garage. Sensorlampen zijn ook prima in huis te gebruiken om te zorgen voor licht in het trappengat, de badkamer of het toilet. Een vorm van gebruiksgemak waar vooral gezinnen met jonge kinderen graag gebruik van maken.
Een felle lamp om een ongewenste bezoeker in het licht te zetten of een lamp die zacht en warm licht geeft en vooral dient om een fijne sfeer in de tuin te creëren. Sensorlampen zijn er in diverse modellen en met veel mogelijkheden. Soms is het fijn als een sensorlamp een flink bereik heeft en fel en ver schijnt. Maar als u met die lamp de hele straat alarmeert is het beter om te kiezen voor een ander model lamp. De stralingshoek, het lichtbereik en de lichtrichting zijn daarom heel belangrijk.
Sensorlampen die buiten worden gebruikt zijn te verdelen in vier verschillende groepen:
- Wandverlichting, denk hierbij aan een buitenlamp naast de voordeur.
- Plafondverlichting, denk hierbij aan een plafondlamp onder het afdak van uw voordeur.
- Staande lampen, deze tuinlampen worden vaak gebruikt naast een tuinpad.
- Spotverlichting, deze opbouwspots en schijnwerpers zijn speciaal bedoeld om ergens de nadruk op te leggen of iets uit te lichten. Denk aan een tuinbeeld, een boom of de gevel van een woning.
Meest populaire sensorlampen
- Direct licht geeft een scherp contrast en wordt vooral gebruikt om een groot object zoals een tuinbeeld te verlichten. Direct licht kan ook heel goed functioneel gebruikt worden door bijvoorbeeld het verlichten van een tuintafel of zithoek.
- Diffuus licht is zo gelijkmatig dat het moeilijk is om te zien waar het licht precies vandaan komt. Er is geen contrast, en er zijn geen harde schaduwen.
- Accent licht is gebundeld, denk hierbij toch vooral aan spotlampen.
- Lichtbereik is de afstand die het licht kan halen, waarbij geldt dat felle gebundelde verlichting over het algemeen meer bereik heeft dan diffuus licht in een warme kleur.
- De stralingshoek is de lichtbundel waarbij geldt dat hoe lager het getal is hoe smaller de bundel wordt. Een stralingshoek van 30° is gemiddeld.
- Dimbare verlichting. Bij dit type lampen kunt u zelf de lichtsterkte van de lampen variëren. Heel prettig voor tuin- en terrasverlichting in de avonduren.
- Lichtkleuren bestaan altijd uit een nummer K (Kelvin), waarbij u er als gebruiker van uit mag gaan dat hoe hoger het nummer is, hoe kouder (en blauwer) de lichtkleur. Veel gebruikte lichtkleuren in de buitenverlichting zijn 2700K (warm wit) en 5000K (daglicht)
- IP-beschermingsgraad, de mate van bescherming van de gebruiker bij gebruik van een buitenlamp. Denk hierbij aan schade, en inwerking van vocht en stof. De hoogte van het getal geeft de mate van bescherming aan.
Een nieuwe sensorlamp bij de voordeur die dient als vervanging voor de oude lamp kan worden aangesloten op het elektriciteitsnet. Bent u echter van plan om sensorlampen in uw tuin, in de borders of rondom het terras te plaatsen? Dan is het verstandig om niet meteen te beginnen met graven, maar eerst een tuin-verlichtings-plan te maken. Probeer hierbij het volgende stappenplan te volgen.
Stappenplan
- Maak een (overkoepelend) verlichtingsplan en bepaal waar u de sensorlampen wilt aansluiten. Dit kan op bestaande lichtpunten of u kunt nieuwe plekken creëren.
- Maak een keuze uit de verschillende sensorlampen. Een sensorlamp van 230 volt kunt u eenvoudig monteren op een lichtpunt. Lampen van 12 volt hebben een transformator nodig.
- Wanneer u nieuwe lichtpunten gaat installeren heeft u een installatiekabel of grondkabel nodig die aangesloten is op het stroomnetwerk en vanuit het nieuwe lichtpunt naar buiten komt. Bepaal de lengte van de kabel, het aantal aders en de doorsnede van de aders. Lees meer over hoe u deze aspecten kunt bepalen.
- Zorg voor gereedschap om uw kabels te kunnen strippen of knippen wanneer dat nodig is. Een kabelmes, zijkniptang en een striptang kunnen hierbij een grote hulp zijn. Van plan om een aftakking te maken in uw tuin? Lees dan meer over het aansluiten van een gietmof.
- Heeft u al het materiaal in handen? Dan kunt u aan de slag met het aansluiten van uw sensorlampen. Schakel eerst de stroom uit voordat u begint!
- Sluit de sensorlamp aan op de geïnstalleerde installatiekabel of grondkabel, zodat de spot stroom krijgt om te branden. Schroef vervolgens de sensorlamp tegen de wand, plafond of in de grond.
- Schakel de stroom weer in en de sensorlamp is klaar voor gebruik!
Houd rekening met
- Leg de verlichtingsarmaturen in de tuin op de plaats waar ze moeten komen en reken uit hoeveel meter kabel u nodig heeft. Houdt hierbij rekening met enige flexibiliteit zoals het ingraven van de kabel en het eventueel iets kunnen verplaatsen van de lamp.