Alles over grondspots

Waar kunt u grondspots plaatsen?

U kunt grondspots op veel plaatsen in uw tuin plaatsen. Van het terras tot de oprit: er is een geschikte grondspot voor elke plek. Maak van tevoren wel een plan voor de gewenste verlichting in de voor- of achtertuin. Dat voorkomt dat er later lampen bij moeten of verplaatst moeten worden. Bij deze grondspots is dat namelijk niet heel eenvoudig.

Oprit en tuinpad

Een rij lichtjes die u en uw bezoek naar de garage of voordeur leiden: weinig is meer uitnodigend dan dat. Met grondspots creëert u dat bijzondere effect. Daarnaast geven deze lampen genoeg licht om te kunnen zien waar u loopt, wat uw tuinpad een stuk veiliger maakt. Wanneer het licht is, zijn de grondspots vrijwel niet zichtbaar. Op die manier passen de grondspots altijd in uw tuin. Bovendien kunt u met grondspots ook heel goed de gevels van uw huis verlichten, wat zorgt voor meer veiligheid én sfeer.

Mooi accent

Grondspots zijn ook ideaal om bijvoorbeeld een bijzondere plant, kleine of juist heel grote boom te verlichten. U maakt deze dan een stralend middelpunt in een verder donkere omgeving. U kunt de grondspots in de grond naast een heg installeren, maar ook in de pot van een plant of boompje. Om de boom of plant meer volume te geven, plaatst u er meerdere grondspots onder.

Terras en vlonders

Wilt u meer licht en sfeer op het terras, rondom de vijver of op een steiger? Er zijn grondspots speciaal voor het inbouwen in tegels, steigers of vlonders. Of misschien zoekt u geschikte grondspots om een binnenplaats of de traptreden sprookjesachtig uit te lichten. Ook daarvoor zijn grondspots een goede keuze.

Bekijk alle grondspots

Welke mogelijkheden heeft u met grondspots?

Grondspots zijn te koop in diverse vormen, kleuren en materialen. Maar omdat ze overdag nauwelijks zichtbaar zijn, is het uiterlijk niet de belangrijkste eigenschap van een grondspot.

Kleur, materiaal en vorm

Grondspots zijn meestal zwart, donkergrijs of zilverkleurig. De meest gebruikte materialen zijn aluminium, RVS, staal en kunststof. Dit type buitenlamp is verkrijgbaar in verschillende formaten. Voor het uitlichten van een hoge boom zijn grotere lampen geschikter dan kleine. Kleinere grondspots passen weer beter in een oprit. Grondspots zijn rond of vierkant. De kleur van het licht zelf is meestal warmwit, ofwel 2800 of 3000 Kelvin (K).

Lees meer over kleurtemperatuur

Hoek, bereik en richting

Voor licht op uw terras is een heel andere lichtbundel nodig dan voor het accentueren van een heg. Daarom verschillen grondspots op eigenschappen als de lichthoek, het lichtbereik en de lichtrichting. De lichthoek geeft in graden aan hoe gespreid de lichtbundel schijnt. Het lichtbereik bepaalt hoe ver het licht schijnt. Dit bereik varieert van minder dan een meter tot meer dan 10 meter. De lichtrichting van een grondspot kan rondom, naar boven of naar beneden zijn. 

Onder welke omstandigheden kunt u grondspots gebruiken?

Welke ondergrond?

Het belangrijkste bij het kiezen van een grondspot is de vraag of deze geschikt is voor de ondergrond. Is de ondergrond zacht zoals aarde en gras of hard zoals natuursteen en hout? Sommige grondspots zijn door de uitvoering vooral geschikt voor grind of gras, terwijl andere prima zijn voor tegels en beton. Wilt u grondspots plaatsen in uw tuinpad of oprit? Check dan of ze geschikt zijn om op te lopen en/of om overheen te rijden. Anders heeft u niet lang plezier van uw lampen.

Goed beschermd

Grondspots hebben heel wat te verduren: regen, sneeuw, hitte, zand, stof enzovoort. Daarom is het belangrijk dat de grondspots die u plaatst, goed beschermd zijn tegen vocht en stof. Kijk daarvoor naar de IP-waarde. Deze geeft aan hoe goed de bescherming is. Hoe hoger het getal, hoe beter de lamp is beschermd. Voor grondspots is een IP-waarde van 65, 67 of 68 nodig.

Lees meer over IP-waarde

Hoe installeert u grondspots?

Voor het installeren van grondspots kunt u het beste een erkende vakman inschakelen. Als u handig bent, kunt u eventueel een paar dingen voorbereiden.

Stappenplan

1. Maak een (overkoepelend) verlichtingsplan en bepaal waar u de grondspots wilt plaatsen. Dit kan op bestaande lichtpunten of u kunt nieuwe plekken creëren.
2. Maak een keuze uit verschillende grondspots. De meeste grondspots op 230 volt werken, maar sommige op een lager voltage, zoals 12 volt. Dan heeft u een transformator nodig.
3. Wanneer u nieuwe lichtpunten gaat installeren heeft u een grondkabel nodig die aangesloten is op het stroomnetwerk en vanuit het nieuwe lichtpunt naar buiten komt. Bepaal de lengte van de kabel, het aantal aders en de doorsnede van de aders. Lees meer over hoe u deze aspecten kunt bepalen.
4. Zorg voor gereedschap om uw kabels te kunnen strippen of knippen wanneer dat nodig is. Een kabelmes, zijkniptang en een striptang kunnen hierbij een grote hulp zijn. Ook voor vertakkingen is een gietmofpakket handig.
5. Heeft u al het materiaal in handen? Dan kunt u aan de slag met het aansluiten van uw grondspots. Schakel eerst de stroom uit voordat u begint!
6. Graaf gaten op de plekken van de nieuwe lichtpunten. Vanuit het gat sluit u de geïnstalleerde grondkabel aan op de grondspot, zodat de grondspot stroom krijgt om te branden. Zet uw grondspot vervolgens verder vast.
7. Schakel de stroom weer in en de grondspot is klaar voor gebruik!

Houd rekening met

• Een goede afwatering bij het installeren van grondspots, zodat het water de grondspot niet kan bereiken.
• Het type ondergrond. Bij tegels, beton en andere harde materialen moet gaten (laten) boren. Bij sommige grondspots zit een grondpen om ze gemakkelijker te plaatsen.
• Dat u altijd een grondkabel moet gebruiken om grondspots op het lichtnet aan te sluiten.